Het Boetelerveld is het laatste stukje natte heide dat is overgebleven van de vroegere uitgestrekte Sallandse Heide. Het is door toeval intact gebleven. De machines om te ontginnen stonden klaar, toen zich in februari 1953 de watersnoodramp voordeed. Al het materieel moest plots naar Zeeland en Zuid-Holland. Na de herstelwerkzaamheden daar, was het denken over ontginnen in Nederland veranderd. Hierdoor is het huidige Boetelerveld in feite een unieke weergave van de Raalter woeste gronden in de tijd van de marken.

Water is belangrijk voor het gebied. Er liggen twee natuurlijke heideplassen: het Grote Rietgat en Kleine Turfgat. Daarnaast zijn er aangelegde drinkpoelen, voor de grazers die de heide open moesten houden. Hier huizen inmiddels zeldzame kamsalamanders en andere amfibieën en insecten. Dankzij een slenk (laagte in de bodem) waar voedselarm grondwater gemakkelijk aan de oppervlakte komt, komen er bijzondere planten voor. De rest van de begroeiing bestaat vooral uit vochtige (dop) heide, wilde grassen, jeneverbesstruweel, grove den, zomereik en berk.

Natura 2000: natte en vochtige heide

Het Boetelerveld is een prachtig en afwisselend natuurgebied. Ruim een derde van het Boetelerveld bestaat uit natte tot vochtige heide; een landschapstype dat we nog maar weinig zien en waar we dus zuinig op moeten zijn. Het leem in de grond zorgt voor sterke wisselingen in de grondwaterstand. Dat trekt bijzondere planten en dieren aan zoals klokjesgentiaan, kleine zonnedauw en de kamsalamander. Het Boetelerveld is zo bijzonder dat Europa het heeft aangewezen als Natura 2000-gebied. Als je er gaat wandelen zie je ook andere natuurpareltjes, zoals grove dennen in grillige vormen; een oase van rust temidden van landbouwgebied.