In Zwolle start in 2026 een bijzonder onderzoek. Stichting Landschap Overijssel gaat samen met vrijwilligers op zoek naar plekken met oude, inheemse én oorspronkelijke bomen en struiken. De komende twee jaar wordt in kaart gebracht waar deze zeldzame soorten nog groeien.
Vitale bomen
Wilde bomen en struiken zijn echte oerbewoners van Nederland. Het zijn soorten die hier van nature voorkomen (inheems) én al eeuwenlang op dezelfde plek groeien (autochtoon). Denk aan eiken en lindes. Wat ze bijzonder maakt zijn de genen van deze soorten. Het zijn vaak directe nakomelingen van bomen en struiken die zich hier na de ijstijd spontaan vestigden. De erfelijke eigenschappen die de bomen sterk maken zijn dus al eeuwenoud.
Erfgoedspecialist Carin de Cloe van Landschap Overijssel legt uit: “Door die lange geschiedenis hebben deze bomen unieke genen. Ze hebben zich in de loop der eeuwen aangepast aan het lokale klimaat, de bodem en insecten.” Deze bomen zijn vaak sterker tegen droogte en ziekten. “Dat komt in tijden van klimaatverandering extra van pas. Het houdt de soort sterk en vitaal.”
Genetische selectie
De Cloe legt uit waarom ‘jonge’ bomen een andere samenstelling van genen hebben. “Veel bomen die we nu hebben zijn door mensen gekweekt. We zijn gaan selecteren op bepaalde eigenschappen, bijvoorbeeld bladkleur, snelle groei of veel vruchten. Daarmee kies je bewust voor specifieke genen, maar daarmee verlies je ook andere genen. Daardoor zijn sommige soorten vatbaarder voor ziekten.”
Vóór 1850
Deze ‘wilde’ soorten zijn vooral te vinden op plekken waar vóór 1850 al bos stond of in oude landschapselementen zoals houtwallen en hakhoutbosjes. Zulke plekken bleven vaak gespaard bij de grote ruilverkavelingen in de vorige eeuw.
Het onderzoek start met kaartanalyse. Vrijwilligers bekijken oude kaarten om te zien waar bos en struiken vroeger groeiden. “Op plekken waar bos is gekapt en later opnieuw is aangeplant, of waar vroeger weiland was, hoeven we zulke oude soorten natuurlijk niet te verwachten,” zegt De Cloe.
Beheer
De aankomende twee jaar volgen een kaartanalyse en veldonderzoek. De Cloe verwacht vooral soorten als zomereik, linde, wilg en meidoorn aan te treffen. De kennis die dit onderzoek oplevert, helpt ook bij het beheer in de gemeente Zwolle. De Cloe: “Zo kan de gemeente de bestaande bomen beter waarderen en behouden voor de toekomst.”