Amfibieën en reptielen zoals de ringslang, kamsalamander en knoflookpad hebben het moeilijk in Nederland. Ze hebben poelen, houtwallen, struweel, ruigte en broeihopen nodig om te overleven. Helaas zien we dit soort landschapselementen steeds minder in onze provincie. De ringslang staat op de rode lijst als kwetsbare soort. Landschap Overijssel werkt aan het herstel van landschapselementen. En zelf kun je ook wat doen!
Herkenning
De ringslang is met een lengte van ruim 1 meter de grootste slang van Nederland. Hij is egaal grijsbruin tot olijfgroen van kleur en heeft op de flanken soms wat zwarte strepen. Achter zijn kop zitten twee opvallende lichtgele vlekken. Zijn buik is licht gekleurd. Deze waterslang is niet giftig en zal niet bijten als hij wordt vastgehouden. Het is een schuwe slang, die overdag actief is en dan graag duikt en zwemt. Ook van langdurig zwemmen is hij niet vies. Verder kan de ringslang wel 28 jaar oud worden. Meer informatie vind je op www.ravon.nl
Leefgebied
De ringslang heeft een voorkeur voor waterrijke gebieden. Hij houdt zich bij voorkeur op in overgangssituaties, waar hij kan zonnen, maar ook kan schuilen. De ringslang leeft graag bij meren, poelen, beken, vijvers, slootkanten, rivieren en (veen)moerassen en in de buurt van bosranden en heideterreinen en in bermen van sporen. Structuurrijke landgoederen met waterpartijen, bosgebieden, villatuinen en gevarieerde moerassen zijn favoriet. Soms is ook langs bosranden of heideterreinen te vinden. De ringslang leeft van kikkers, padden, salamanders, vissen en kleine reptielen die hij bij het water vangt. Medio juni worden de eieren afgezet, op plekken die warm zijn door broei (het verteren van organisch materiaal). Voor overwintering is hij afhankelijk van vorstvrije en droge plekken, zoals muizenholen, wortelkluiten of bulten met puin.
Zelf iets doen voor de ringslang?
Onze tips:
- Maak ter bevordering van de winterbiotoop hoge, droge plekken met holtes, bijvoorbeeld door het neerleggen van houtstapels, steenhopen of takkenrillen, in de buurt van de zomerbiotoop bij het water;
- Leg broeihopen aan. Dit kan met takken, mest en ander snel verterend materiaal. Plaatsen in de halfschaduw of zon zijn het meest geschikt hiervoor. Bijvoorbeeld een bosrand in de buurt van het water;
- Leg waterpartijen aan met natuurvriendelijke oevers om de amfibieënstand te bevorderen. Dit is weer voedsel voor de ringslang. En creëer rustige, zonnige plekjes langs het water, zoals regelmatig gemaaide oevers met weinig wandelmogelijkheden;
- Voorzie moestuinen van grof gaas, zodat dit geen barrière vormt voor de ringslang;
- Zorg voor extensief begraasde natte weilanden voor het voorkomen van kikkers (voedselbron) en leg verbindingen in devorm van houtwallen en ruigtestroken aan langs sloten;
- Voorkom dat er loslopende kippen, fazanten en pauwen zijn, deze eten jonge ringslangen. Dek putten af.