Dieren

Steenuil

steenuil, Annie Keizer
steenuil  Foto Annie Keizer
N 52° 29.556' E 006° 12.077'

Lange tijd ging het slecht met de steenuil. In Nederland zagen we sinds 1990 een afname in aantallen broedparen van meer dan 5% per jaar. De steenuil staat als kwetsbaar op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels. Gelukkig is de soort de laatste 10 jaar - met hulp van allerlei maatregelen - stabiel.

Herkenning

De steenuil is de kleinste uil van Nederland. De bovenzijde van zijn verendek is bruin met witte spikkels, de onderzijde is wit met bruine lengtestrepen. De opvallende witte wenkbrauwen en gele ogen geven hem een streng uiterlijk. Bij opwinding wipt de steenuil zijn lichaam op en neer. Zijn vlucht is snel en golvend als een specht. Hij overwintert in zijn broedgebied en is deels overdag actief. De meest voorkomende roep van de uil is het scherp klagende Kie-ew, die vaak driftig herhaald wordt.

Leefgebied

De steenuil komt met name voor in een (halfopen) cultuurlandschap met knotbomen, boomgaarden, erf- en laanbeplanting en vooral extensief beheerde graslanden. Zijn voedsel bestaat uit muizen, insecten, regenwormen, engerlingen, emelten, meikevers, vogels (mussen) en kikkers. Zelf wordt de steenuil nog wel eens gegeten door de bosuil of sperwer.

Steenuil
Steenuil  Foto Annie Keizer
steenuil, Annie Keizer
steenuil  Foto Annie Keizer

Oorzaken achteruitgang steenuil

Door intensivering van de landbouw en uitbreiding van steden, industrieterreinen en infrastructuur is er in Nederland steeds minder ruimte voor kleinschalig cultuurlandschap. Daarmee verdwijnen ook allerlei landschapselementen, zoals houtwallen, meidoornhagen en poelen. Dit zorgt voor minder nestgelegenheid en minder (gevarieerd) voedsel voor de steenuil. Daarnaast heeft de soort last van het verdwijnen van hoogstamfruitbomen (potentiële broedplaatsen en jachtgebieden), oude schuren en boerderijen (nieuwe erven zijn opgeruimder en schuren ontoegankelijk waardoor broedgelegenheid verdwijnt) en ook met de kap van oude bomen (met holten en spleten) verdwijnt mooie nestgelegenheid.

Wat doet Landschap Overijssel?

Landschap Overijssel werkt samen met allerlei vogelwerkgroepen om het leefgebied van de steenuil te versterken, op plaatsen waar de steenuil voorkomt of te verwachten is. Voorbeelden van maatregelen zijn de aanleg van bomenrijen, houtwallen, houtsingels, ruigtestroken, takkenrillen en solitaire bomen. Hierbij wordt ook gewerkt aan de verbetering van het leefgebied van de prooidieren voor de steenuil. Denk aan extensief beheer van perceel- of slootranden: door gefaseerd te maaien, blijven er beschutte plekken over voor muizen, vlinders en kevers. De aanleg van poelen verbetert het leefgebied van kikkers, salamanders en libellen. Dichte hagen van meidoorn en sleedoorn zijn prachtige schuilplekken voor grote groepen ring- en huismussen. Ook het planten van besdragende struiken zal vogels aantrekken.

Vrijwillige vogelwerkgroepen

In Overijssel werken allerlei vogelwerkgroepen samen aan maatregelen voor het behoud van de soort. Door vrijwilligers worden steenuilen geïnventariseerd, nestkasten opgehangen en gecontroleerd, knotwilgen gesnoeid en voorlichting gegeven. Meer informatie vind je op www.steenuil.nl

Zelf wat doen voor de steenuil?

Zelf kun je ook wat doen. Onze tips:

  • Gebouwen, schuren en woningen kun je geschikt maken voor steenuilen: houd bij nieuwbouw of reparatie rekening met invliegmogelijkheid en nestgelegenheid (laat stukken open zodat steenuilen op zolder of achter dakbeschot kunnen broeden);
  • Creeer natuurlijke nestgelegenheid door aanplant en onderhoud van knotbomen en hoogstamfruitbomen. Ingerotte holtes zijn prima nestplekken. Daarbij: steenuilen vinden een prima jachtgebied bij randen met knotwilgen of in boomgaarden. De meest kansrijke plekken zijn daar waar nog enkele knotbomen of fruitbomen staan/stonden. Landschap Overijssel geeft graag advies over beplanting;
  • Plaats een nestkast; als natuurlijke nestgelegenheid ontbreekt, maar het leefgebied in orde is zonder drukke wegen, dan is het plaatsen van nestkasten een goede maatregel. Er zijn verschillende typen kasten, het model op de bouwtekening geeft goede resultaten;
  • De beste plek voor een nestkast is in een boom (2-4m hoog, niet in volle zon) op een rustige hoek van het erf met voldoende beplanting (of toegankelijke gebouwen) eromheen. Laat de kast steunen op de uitloop van een tak zodat vliegvlugge jongen vanuit de kast een veilige uitloop hebben. Leg zelf wat turfmolm of bladaarde in de kast. Een ontluchtingssleuf of tochtgaten voorkomen condensvorming/vochtigheid;
  • De jongen verlaten de nestholte voordat ze vliegvlug zijn. Daarom hebben ze op de grond goede dekking nodig, zodat ze niet ten prooi vallen aan bijvoorbeeld kat, buizerd, kraai of hermelijn. Plaats dus tijdelijk wat gestapeld hout of een paar pallets waar jongen kunnen schuilen;
  • Plaats de steenuilkast niet vlakbij een brede sloot, daar kunnen de jongen verdrinken.

2019: goed jaar voor de steenuil!

In Overijssel zijn maar liefst 22 vrijwillige steenuilwerkgroepen bezig met het ophangen, onderhouden en monitoren van steenuilkasten. En dat werkt; in 2019 was ruim 30% procent van de nestkasten bewoond. Het grootste deel van de steenuilen in Overijssel broedt in Twente; de uilen houden van de boerenerven in het halfopen cultuurlandschap. Sommige nestkasten zijn voorzien van een camera, zie bijgaand filmpje:

Schakel marketing cookies in om deze content te tonen

Voor video's maken we o.a. gebruik van YouTube. YouTube plaatst cookies voor het weergeven van relevante video's.

Cookie-instellingen