Op landgoed De Horte zijn bijzondere korstmossen aangetroffen. Ecoloog Erwin Goutbeek ontdekte de beukenknikker en de grauwe runenkorst, twee zeldzame soorten die alleen groeien op zeer oude beukenhagen. Met deze vondst is De Horte de vierde locatie in Overijssel waar deze soorten zijn waargenomen.
In de tuinen van het landgoed komen maar liefst vijftig verschillende soorten korstmossen voor. Ze groeien op bomen en stenen en ontstaan door een samenwerking tussen een schimmel en een alg. Vaak zijn ze met het blote oog nauwelijks te onderscheiden. Tijdens zijn onderzoek stuitte Goutbeek op de beukenknikker, een zeldzame soort die op de Rode Lijst staat.
Oude beukenhaag
Geïnspireerd door de BioBlitz op De Horte ging hij op zoek in een ongeveer honderd jaar oude beukenhaag. "Zo’n haag biedt precies de juiste omstandigheden voor bijzondere korstmossen," legt hij uit. "Het is een broedplaats voor zeldzame soorten."
Beukenknikker
Op zijn buik kroop hij onder de haag door, gewapend met een loep. Eerst ontdekte hij de grauwe runenkorst. “Als je die vindt, is de kans groot dat er nog meer zeldzame soorten te vinden zijn,” vertelt hij enthousiast. Niet veel later trof hij de beukenknikker aan, een bijzondere ontdekking. "De beukenkikker groeit alleen op oude beuken die constant 'gepest' worden, zoals een haag."
Engels dropkorst
Naast deze vondsten stuitte Goutbeek ook op het glad speldenkussentje en het rood schorsvlekje. De oude gemetselde muur van de druivenkas bleek zelfs meer dan twintig soorten korstmossen te herbergen. Twee daarvan, de rode kalksteenkorst en de Engelse dropkorst, zijn bijzonder. De Engelse dropkorst heeft specifiek oude stenen nodig om zich te kunnen ontwikkelen.
Flessen wijn
En dan die opvallende namen. Wist je dat een groep fanatieke speurders, die aanvankelijk alleen met wetenschappelijke namen werkte, besloot om deze toegankelijker te maken? Tijdens een gezellige avond – met enkele flessen wijn – bedachten ze de Nederlandse benamingen. Hoe later het werd, hoe creatiever de namen.


