Stichting Landschap Overijssel maakt zich zorgen over de gevolgen van het besluit van het kabinet om te stoppen met het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). Directeur Michael Sijbom: "Weliswaar is dit geen verrassing nadat al bij het hoofdlijnenakkoord het transitiefonds was geschrapt. Maar het is wel te betreuren."
Economie
"Juist dit programma bood een integrale aanpak voor de grote uitdagingen op het gebied van natuurherstel, landbouw, waterkwaliteit, stikstofreductie en de duurzame ruimtelijke ontwikkeling in het landschap. Dringend nodig, want niet alleen de natuur maar ook ons welzijn en onze economie zijn gebaat bij een gezondere bodem, frissere lucht, een schoner water en meer biodiversiteit," stelt Sijbom.
Stuk lastiger
"We waren echt op de goede weg," vervolgt hij. "Want de gebiedsgerichte aanpak maakte het mogelijk om maatregelen voor natuur, klimaat, bodem en water slim te combineren, waarmee de natuur herstelt, de landbouw weer perspectief wordt geboden, en er meer ruimte komt voor vergunningverlening voor bijvoorbeeld woningbouw. Het stopzetten van dit programma maakt de uitvoering van deze complexe en onderling samenhangende opgaven een stuk lastiger, waardoor niet alleen de kwaliteit van de natuur zorgwekkend blijft maar ook de onzekerheid voor boeren aanhoudt."
Succes
De afgelopen jaren heeft de Provincie Overijssel, in samenwerking met vele partners in het landelijk gebied, waaronder Landschap Overijssel, intensief gewerkt aan deze gebiedsplannen. "En met energie en succes," weet Sijbom. Het is dan ook niet verwonderlijk dat alle provincies recent de Tweede Kamer nog hebben opgeroepen het NPLG in een of andere vorm vooral wèl door te zetten.
Toekomstige generaties
Het kabinet geeft aan vast te willen houden aan de bestaande afspraken en doelen rond de waterkwaliteit en de bescherming van de natuur. De realisatie daarvan is juist gebaat bij intensieve samenwerking in het landelijk gebied. Landschap Overijssel vindt het daarom van groot belang dat er snel duidelijkheid komt over hoe het kabinet denkt de doelen op het gebied van natuur, klimaat, stikstof en waterkwaliteit te realiseren. En vooral hoe dit mogelijk is zonder de noodzakelijke financiële middelen. De directeur spreekt zijn vrees uit voor de gevolgen: "Het risico is dat nu noodzakelijke maatregelen worden vooruitgeschoven, waardoor oplossingen complexer, duurder én uiteindelijk tot meer schade zullen leiden. Desalniettemin hoop ik dat we gezamenlijk met alle partijen in het landelijke gebied van Overijssel kunnen kijken wat wel mogelijk is. Die verplichting hebben we niet alleen voor onszelf, maar ook voor toekomstige generaties."