In de grensstreek tussen Denekamp en Losser kom je op het spoor van de fascinerende geschiedenis van grenzen. Landweren, grenspalen en -stenen vertellen hun eigen verhaal van begrenzen en bewaken. Fietsend over de Vrijdijk volg je het pad waarlangs vroeger patrouillerende grenswachters speurden.
Startpunt: Lutterzandweg 12-18, 7587 LH De Lutte GPS: 52.331120, 7.026783
Route langs fietsknooppuntennetwerk. Op verschillen plekken horeca aanwezig. Contant (klein) geld mee voor consumpties en/of streekproducten onderweg.
De Dorpsbleek vormt samen met het Bleekwachtershuisje in het centrum van Losser een uniek monument. Het bleekveld werd in 1774 aangelegd en het huisje werd kort daarna gebouwd. De Dorpsbleek was vroeger een open ruimte in het dorp waar textiel werd neergelegd om te bleken.
De bleekvelden lagen altijd aan het water zodat het linnengoed constant nat gehouden kon worden. De zon deed de rest. Na een paar weken bleken, was het textiel helder wit.
Vaak stond bij de bleek een huisje waarin de bleekwachter woonde. Hij was belast met het bewaken van het linnengoed. De laatste bleekwachter van Losser woonde tot 1955 in het Bleekwachtershuisje.
De Dorpsbleek heeft als gevolg van klimaatontwikkelingen problemen met de waterhuishouding. Het gebied maakt deel uit van een plan dat er in voorziet zowel natte als droge perioden op te vangen en daarbij het karakteristieke landschap te versterken. Zo wordt ons erfgoed behouden en nuttig ingezet!
De steen die je in de bocht rechts van de weg aantreft is een markesteen. Markestenen dienden vroeger om het grondgebied van boerengemeenschappen (de marken) te markeren en af te bakenen.
De stenen verloren hun functie als grenssteen toen in 1826 de gemeenten(grenzen) werden ingevoerd. Hierdoor raakten de markestenen in onbruik en vele verdwenen.
Grenzen waren er niet alleen om te markeren, maar ook om bewaakt te worden. Hier aan het einde van het fietspad vind je rechts van de weg de restanten van een zeldzame middeleeuwse landweer.
Landweren zijn aarden wallen die werden aangelegd als versperring voor mogelijke vijanden. De landweer die je hier ziet, bestaat uit twee wallen van vijf meter breed en anderhalve meter hoog. Tussen de wallen ligt een greppel.
Café-restaurant 't Sterrebos bij knooppunt 52, zoals zij het zelf op de website vermelden "in het middelpunt van de natuur".
Restaurant SterrebosLocatie Stroothuizerweg 9-11. I.p.v. rechtsaf bij knooppunt 18, 50 meter rechtdoor, aan de rechterkant. Fraaie boerderij met boerderijwinkel. Klein geld (contant) mee voor eventuele consumpties bij dit Rustpunt.
De commiezenhut aan de Vrijdijk was vroeger de hut van de commies: degene die belast was met de grensbewaking. Vanuit de hut kon de commies via kijkgaten de grens in de gaten houden en eventuele smokkelaars op heterdaad betrappen.
Om minder op te vallen werden de hutten gedeeltelijk ondergronds gebouwd. Het beroep van commies werd in 1814 ingevoerd om de toenemende smokkelarij langs de grenzen tegen te gaan. Het waren voornamelijk gepensioneerde militairen die zich hiermee bezighielden
Rechts van de commiezenhut staat een grenspaal. Als je vóór de paal staat, ben je in Nederland, achter de paal bevind je je in Duitsland.
Ook hier zie je, net als bij de oudste grenssteen die we eerder op de route tegenkwamen, de letters ‘N’ en ‘H’ ingehakt. Dit gebeurde naar aanleiding van een grenstraktaat uit dat jaar. Verderop langs de Vrijdijk vind je links van de weg nog een grenspaal.
De Vrijdijk volgt het commiezenpad waarlangs de grenswachters hun patrouilles liepen. Een vetpot was het beroep van commies niet. Geld voor de aanschaf van het officiële blauwgrijze uniform hadden de meeste niet.
Daarom liepen veel commiezen maar gewoon in hun dagelijkse plunje, zonder insignes en dergelijke. Veel animo om ‘grensjager’ te worden was er dan ook niet.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog waren er zo weinig commiezen dat de overheid besloot tot het inzetten van soldaten. In 1950 verviel het ambt van commies en namen douaneambtenaren hun plek in.
Rechts van het fietspad heb je een mooi beeld van rivier de Dinkel die hier door het landschap slingert. Als je geluk hebt kan je hier zo maar een ijsvogel tegenkomen. De steile zanderige oevers zijn ideaal als broedplaats. Bovendien is zijn voedsel – vis – binnen ‘handbereik’.
Landschapsroutes gemaakt door ANWB i.s.m. LandschappenNL, Kenniscentrum Landschap van Rijksuniversiteit Groningen en Harry van Blijswijk.