Een verrassende en prachtige fietsroute langs aardkundige fenomenen, religieus en groen erfgoed. Welkom op de stuwwal in Noordwest Overijssel!
De start is bij café De Steen, Steenwijkerweg 155, 8338 LB Willemsoord
Deze route is goed toegankelijk en leid je over verharde (fiets)paden.
Vanaf Café de steen fietst u in Noordoostelijke richting. We wensen u een goede tocht!
Armoe troef. In het begin van de 19e eeuw heerste in Nederland grote armoede. In de steden leefde een groot deel van de bevolking onder erbarmelijke omstandigheden. In de kleine, donkere, vochtige onderkomens woonden veelal grote gezinnen. Ziektes tierden er welig.
Generaal van den Bosch trok zich het lot van de arme bevolking aan en bedacht de Koloniën van Weldadigheid. Met de oprichting van de Maatschappij van Weldadigheid trachtte hij armoedige gezinnen te helpen bij het opbouwen van een eigen bestaan als boer onder andere in de Kolonie bij Willemsoord.
De maatschappij bouwde kolonies, bestaande uit kleine koloniehuisjes met een beetje grond. Die huisjes stonden op regelmatige afstand van elkaar langs kaarsrechte wegen. Tevens was er geneeskundige hulp en de kinderen konden er naar school.
De kolonisten moesten worden opgevoed tot fatsoenlijke burgers en economisch zelfstandig worden. Voor velen van hen was dit een enorme overgang. De kolonisten wachtte een leven van hard werken, lage inkomsten en zeer strenge regels.
Lees nog veel meer informatieDeze mooie ronde 'vijver' is een pingoruïne. Een bijzonder aardkundig fenomeen dat is ontstaan in de laatste ijstijd. (120.000 - 10.000 jaar geleden) Een pingoruïne is een terreinverlaging die na een ijstijd ontstaat door het smelten van een in de ondergrond aanwezige ijsmassa.
In de laatste ijstijd kwam het ijs niet tot in Nederland, maar er heerste wel een poolklimaat. De ondergrond was bevroren en het land was kaal. De naam pingo komt van het Inuktitut, de taal van de eskimo's, en betekent 'heuvel die groeit'.
Een pingo is een heuvel in het landschap waaronder zich een ijslens bevindt. De restanten van deze pingo's vinden we nu terug in het landschap; we noemen ze pingoruïnes. Het zijn de overblijfselen van een pingo als het ijs in de ondergrond smelt.
Er ontstaat dan een ringvormige krater die wordt opgevuld met smeltwater. Dit meertje kan vervolgens in een warmere tijd weer opgevuld worden met organisch materiaal als gevolg van plantengroei. In de loop der tijd vormt zich uit dit organisch materiaal veen.
Later is dat veen er door de mens uit gehaald om te gebruiken als brandstof. Hierdoor werd de vorm van de pingo's weer zichtbaar als ronde meertjes in het landschap. De meeste pingoruïnes vinden we in het noorden en oosten van ons land.
In de kolonie in Willemsoord werden ook joodse armen gehuisvest. Voor deze groep werd een aparte buurt gecreëerd, de Jodenpol. Uit die tijd stamt de naam van buurtschap 'De Pol'. De joodse kolonisten hadden ruim 40 jaar lang (1838 - 1885) op De Pol een levendige gemeenschap.
Tussen 1831 en 1876 was er in de Joodse gemeenschap op De Pol 'minjan', 10 mannen van 13 en ouder, waardoor er eigen sjoeldiensten gehouden konden worden. De Joodse gemeente van Steenwijk leende daarvoor een Torahrol, een bazuin en een kerkkleed uit.
Het aantal Joodse gezinnen op De Pol loopt terug waardoor in 1876 geen minjan meer is. In 1888 brandt de school bovendien af. De laatste Joodse kolonist op De Pol is Abraham Jacob van Goor en hij overlijdt op 13 oktober 1888.
Aan het eind van het dorp is een Joodse begraafplaats, een laatste herinnering aan deze kleine Joodse gemeenschap. Op de begraafplaats staat één steen met de Hebreeuwse tekst: De kleine en de grote is daar; en de knecht vrij van zijn heer.
Rond 1845, op het hoogtepunt van de joodse gemeenschap, bestond De Pol uit ongeveer 160 bewoners uit 21 gezinnen. In 1885 werd de Israëlitische gemeente te Willemsoord formeel opgeheven. De gebouwen verdwenen toen de leraar werk kreeg in de kolonie in Veenhuizen.
Als je hier linksaf het bos in wandelt. kom je na ongeveer 140 meter bij een heideveld met verschillende prehistorische grafheuvels en de uitgeslepen sporen van karren die in de Middeleeuwen door dit gebeid trokken. Een prachtige plek die onder andere door vrijwilligers onderhouden houdt.
Zo'n 4000 jaar geleden begroeven de mensen die in dit gebied woonden hun doden in grafheuvels. Deze heuvels waren tot 2 m hoog en 8 tot 10 m lang. Hier op de heide bij landgoed de Eese liggen vier grafheuvels. In de bossen om het landgoed heen vind je er nog meer. De karrensporen zijn Middeleeuws.
U verlaat hier de knooppuntenroute en slaat rechtsaf de Baarsweg op
Hier ervaar je bij uitstek de stuwwal. De glooiing, de droge dalen en de dekzandruggen zijn hier goed zichtbaar. Het uitgestrekte coulisselandschap ligt ingeklemd tussen de Woldberg en de Eiderberg en grenst aan landgoed De Eese.
Op de hogere delen in deze streek is een dikke keileemlaag afgezet tijdens de voorlaatste ijstijd. Typisch voor deze streek en Drenthe. Het ijs dat hier naar toe kwam voerde een mengsel van zand, grind, keien en leem aan. Water en plantenwortels kunnen moeilijk door de keileemlaag komen.
U slaat hier linksaf de Brauweringen op
U slaat linksaf de doodlopende weg in richting Camping 't Kappie. Daar tegenover gaat u meteen rechts het fietspad op naast een zandweg.
Tegenover Camping 't Kappie gaat u het fietspad op dat naast de zandweg ligt. De Woldberg op.
Volg het fietspad rechtdoor door de bossen in de richting van fietsknooppunt 38 Steenwijk (Tuk) op de ANWB-paddenstoel
Je fietst al enig tijd op de flanken van de Woldberg waar je ook heerlijk kunt wandelen. De 26 meter hoge Woldberg steekt met kop en schouders uit boven het omliggende gebied. Het is een onderdeel van de stuwwal van Steenwijk. Het grootste deel van de Woldberg is bos.
Samen met de Eese wordt het gebied door Staatsbosbeheer. Op de Woldberg vind je ook een uitkijktoren waarvan je een prachtig uitzicht hebt. Voor meer informatie over het gebied en een lekker versnapering kunt u terecht bij Tuk's T-huis. (voor het tunneltje rechtsaf)
Bekijk de openingstijdenJe bevindt je hier op de flank van de stuwwal nabij de buurschap Thij. Thij is vermoedelijk de oudste nederzetting van deze buurt, ontstaan aan de oversteekplaats van het beekje de Reune. Tie of Thijing is van oorsprong de term voor de plek waar recht werd gesproken door de buurrichters.
Vanaf de Thijlingerhof golft het landschap naar beneden. De glooiingen zijn ontstaan in de ijstijd, toen de oprukkende ijsmassa de grond omhoog duwde. Het hele gebied van stuwwallen, ruggen en bekkens rond Steenwijk is zeer gaaf en van bijzondere landschappelijke waarde.
De houtwallen die hier aanwezig zijn, worden nog altijd beheerd. En dat zorgt ervoor dat ze blijven bestaan en mooie aders vormen voor verschillende diersoorten, zoals de das. Het beheer is belangrijk. Als je geen onderhoud pleegt, verdwijnt de onderlaag en krijg je een soort bomenrij.
Je zou het niet zeggen maar dit beekje was vroeger een snel stromende beek. De Reune stroomde vanaf de stuwwal de laaggelegen Weerribben in. Een relatief groot hoogteverschil per kilometer. De Reune was vroeger aan de benedenloop ook aanzienlijk breder, zo'n 8 meter en langer dan nu het geval is.
Heel bijzonder zijn de eeuwenoude essenstoven die je hier ziet. Het zijn ware iconen in het landschap. De grillig gevormde stoven worden al eeuwen op dezelfde wijze beheerd waardoor, als je kijkt naar de omtrek, enorm grote bomen zijn ontstaan. Het essenhout werd vooral voor gereedschap gebruikt.
Het glooiende landschap rondom je is een direct gevolg van de voorlaatste ijstijd. Het begon allemaal zo’n 120.000 jaar geleden. Toen stuwden reusachtige gletsjers (hier lag een ijslaag van 400 meter dik) als bulldozers het uit Scandinavië meegebrachte keileem op tot langgerekte heuvelrijen.
De gletsjers namen ook grote zwerfstenen mee, hieraan dankt Steenwijk (en dus ook Steenwijkerwold) haar naam. Toen de enorme ijsmassa smolt, vormde zich langzaamaan het grootste aangesloten laagveenmoeras van Noordwest-Europa, het huidige Nationaal Park Weerribben-Wieden.
Vanaf hier kijk je naar het laaggelegen gebied Weerribben-Wieden, het grootste aaneengesloten laagveenmoerasgebied van Noordwest Europa. Een lappendeken aan plassen, slootjes, petgaten, moerasbos, riet en weilandjes. Een groot contrast met de stuwwal. Op de foto een vervenershuisje in Kalenberg.
Het braambos is een oud bos; het stamt al uit de middeleeuwen en werd gebruikt voor hakhout. Je kunt dat onder meer zien aan de brede stobben (klompvoetstobben) waar eens per aantal jaren de nieuwe stammen werden afgehaald. Het hout werd gebruikt voor vele doeleinden.
Maar deze plek werd misschien al veel langer gebruikt door de mens. Piet Bremer beschrijft in zijn onderzoek uit 2019: "Heel opmerkelijk zijn wel de waarschijnlijke raatakkers in het Braambos. Het behoort zelfs tot één van de mooiere voorbeelden hiervan in Overijssel."
Raatakkers ook wel celtic fields genoemd zijn kleine, vierkante of rechthoekige akkers vaak omgeven door een lage wal. Ze liggen als een raat naast elkaar. Vanaf de Late Bronstijd (zo'n 1100 jaar v chr.) tot in de Romeinse tijd werden ze gebruikt voor de teelt van oude graansoorten als spelt.
Op de leemlaag op de stuwwal is deze poel ooit gegraven om het vee van water te voorzien. De leemlaag zorgt ervoor dat het water niet wegzakt in de bodem. Deze plek van Staatsbosbeheer vormt een mooie locatie voor soorten als ringslang en steenuil.
De ringslang is met ruim 1 meter de grootste slang van ons land. Hij is grijsbruin tot olijfgroen met op de zij soms zwarte strepen. Achter de kop zitten twee opvallende lichtgele vlekken, de ring. Hij is niet giftig. Het is een schuwe slang die overdag actief is en graag zwemt of in de zon ligt.
Ons kleinste uiltje is dol op hakhout, boomgaarden en knotbomen. Hij is hier het hele jaar en is deels overdag actief. De meest voorkomende roep is het scherp klagende Kie-ew. Hij eet muizen, insecten, regenwormen, vogels en kikkers. Zelf wordt de steenuil wel eens gegeten door de bosuil of sperwer.
Let op hier verlaten we tijdelijk de knooppuntenroute. Hier met een scherpe bocht naar rechts de Koningin Julianaweg op.
Op de rotonde gaat u linksaf de Sportlaan op. Deze volgt u tot de Sportlaan met een scherpe bocht naar rechts overgaat in de Dal. U fietst hier Blesdijke binnen. Hier loopt de grens tussen Overijssel en Friesland.
Met de bocht mee Blesdijke in. Deze weg heet Dal. Al snel na zo'n 200 meter gaat u de eerste weg rechts de Oosterdalweg in (langs de begraafplaats in Blesdijke)
Pal na het witte boerderijtje gat u rechtsaf langs de begraafplaats de Oosterdalweg in.
Een houtwal is een rij bomen en struiken op een aarden wal en die regelmatig gekapt wordt. Voor de uitvinding van het prikkeldraad werd de wal gebruikt om het vee binnen te houden. De wal moest dus vooral ondoordringbaar zijn. Het hout diende als brandhout, voor meubels, hekken en gereedschap.
Houtwallen zijn niet alleen mooi in een landschap maar ze hebben ook nog steeds een belangrijke functie: ze geven beschutting, schaduw en luwte, aan het vee. Maar ze zijn ook een geschikte leefomgeving voor veel soorten dieren zoals buizerds, vlinders en reeën.
Hier gaat u linksaf op de Paasloërweg.
Vlak voor camping Krolsbergen slaat u linksaf de Spinnerslaan op.
In de 14e en 15e eeuw werd de landweer als een verdedigingslinie aangelegd tussen het huidige Overijssel en Friesland. Oorspronkelijk was deze landweer maar liefst 80 kilometer lang. De wallen werden van oudsher beplant met dicht en doornig struikgewas om de doorgang te beletten.
In 2017 hebben bewoners, verenigd in de stichting Grensvisie Blesdijke Paasloo, de oude landweer van nieuwe doornige beplanting voorzien. Hiermee draagt dit unieke stukje Nederland niet alleen bij aan cultuurhistorie maar ook aan biodiversiteit.
Volg de scherpe bocht naar rechts op de Spinnerslaan.
Op de T-splitsing slaat u linksaf de Oosterpaasloërweg op. Rechts voor u ziet u een nog niet zo lang geleden aangeplante hoogstamfruitboomgaard.
Op camping de Houtwal bevindt zich een heel mooie (vrij nieuwe) hoogstamboomgaard. Vroeger vond je bij elk erf een hoogstamfruitboomgaard. Zo kwam je het hele jaar rond met fruit en fruitproducten.
U gaat hier rechtdoor. De weg gaat verder als de Eikenlaan. Vanaf dit punt volgen we de Fietsknooppunten weer. Op naar knooppunt 22.
Deze route leidde u langs een aantal bijzondere aardkundige fenomenen en langs religieus en landschappelijk erfgoed. We hopen dat u genoten heeft van deze fietstocht in deze prachtige regio.
Deze route is samengesteld door Landschap Overijssel. De foto's zijn van Gonny Sleurink en Annie Keizer