Landgoed Lonnekermeer bij Enschede is een Natura 2000-gebied. De natuurwaarden zijn er zo hoog, dat we er extra zuinig op zijn. Lonnekermeer behoort, net als Landgoed Haverriet en De Wildernis, tot onze Landgoederen van Textiel. Ooit hadden ze een Twentse textielfabrikant als eigenaar.
Startpunt: Kruising Leutinkveldweg / Lonnekermeerweg (parkeergelegenheid) Lonneker-West, 7522 PW Enschede 7RFQ+JV Enschede
Route grotendeels onverharde paden.
Landschap Overijssel heeft acht landgoederen in beheer die een Twentse textielfabrikant als eigenaar hadden. De verwevenheid van de textielindustrie met het landschap is groot en ook nu nog terug te zien in ons landschap. Denk aan de villa's, stads- en landschapsparken.
Het geld dat door de eigenaren in de textielindustrie werd verdiend, kwam op verschillende manieren in het Overijsselse landschap terecht. In de eerste plaats kochten verschillende textielfamilies de laatste restanten van woeste gronden op.
De tweede manier waarop textielfabrikanten het Overijsselse landschap verrijkten, was door het overnemen of stichten van buitenplaatsen en het aanleggen van bijbehorende landschapsparken, met name rondom Enschede. Otto Stork (1867-1923) stichtte landgoed Lonnekermeer.
Landgoed Lonnekermeer vormt samen met o.a. De Wildernis en Hof Espelo een gordel van landgoederen tussen Hengelo en Enschede. In totaal omvat het landgoed zo'n 90 ha waarvan de helft bestaat uit bos.
Otto Stork (1867-1923) stond aan de wieg van Landgoed Lonnekermeer. Als textielfabrikant pleitte hij - samen met andere fabrikanten - voor een beter spoornet. De succesvolle lobby leidde tot de aanleg van de spoorlijn Almelo-Salzbergen.
Voor de aanleg van een talud voor de spoorlijn was zand nodig. De twee meren hier, het kleine en grote Lonnekermeer, zijn 'bijvangst' van de zandafgravingen; Stork liet de twee gaten vullen met water zodat er meren ontstonden.
Ook gaf Stork opdracht voor de bouw van de villa, boerderij en boswachtershuis, nu rijksmonumenten. Het ontwerp voor zijn landschapspark liet hij maken door landschapsarchitect Leonard Anthony Springer (1855-1940).
Het is onduidelijk wanneer het precies begon, maar vanaf 1917 wordt melding gemaakt van ‘De Haverriet’ als zelfstandige landgoednaam. Het komt in eigendom van de familie Van Heek. Het gebied wordt vernoemd naar de beek die door de heidevelden slingert.
Lange tijd waren hier uitgestrekte heidevelden. De Van Heeks laten grote delen van het terrein omvormen tot rendabele bossen; veelal ‘rechte dennen geschikt voor paal- en mijnhout’, zo lezen we terug in het archief. Een deel van het terrein wordt naar ontwerp van Wattez omgevormd tot landschapspark.
Een oude kaart van Landschap Overijssel geeft een mooi beeld van de ideeën van Wattez. Op de kruising van de Haverrietweg tekent Wattez een weg die slingerend langs de Kleine Haverrietbeek bij beuken uitkomt. Ook werpt hij een heuvel op met spiegelvijver. Op de heuvel stond wellicht een theekoepel.
Als het landgoed in 1984 te koop wordt aangeboden, heeft Landschap Overijssel direct interesse; het sterrenbos verbindt de reservaten Hof Espelo en de Wildernis met elkaar. Na aankoop wordt het sterrenbos onder het reservaat De Wildernis geschaard waardoor de naam ‘Haverriet’ verdwijnt.
De Wildernis is een landgoed met bossen, heidevelden en oude cultuurgronden. Vanaf de Lonnekerberg stromen meerdere beken door het gebied. In het zuidelijke deel van De Wildernis ligt het Sterrenbos met een monumentaal lijnenpatroon.
Het Hartjesbos in het noorden heeft heidevelden en met houtwallen omgeven hooimaten die vroeger met beekwater werden bevloeid. Deze zogeheten 'vloeiweiden' behoren tot de topnatuur van Nederland en vallen onder de regeling Natura 2000.
Veel textielfabrikanten waren liefhebbers van de jacht. Die liefde ging soms zo ver, dat de jachtrechten werden teruggepacht na verkoop van het landgoed.
Zo ook hier. De jachtrechten van het Hartjesbos (hier ten noorden) kwamen toe aan L.van Heek en H. Tattersall, de Hofmeijer aan F.L. ter Kuile en het Sterrenbos (hier ten zuiden) aan L. van Heek.
Dit Sterrenbos is in het begin van de 20e eeuw aangelegd in opdracht van de familie Van Heek. Pieter Wattez, tuinarchitect uit de vorige eeuw die ook het ‘Van Heek Park’ in Enschede ontwierp, heeft het plan gemaakt.
Een sterrenbos is een bos met paden die vanuit een middelpunt straalsgewijs naar de uiteinden lopen en daarmee een ster vormen. Zo’n bos was bij uitstek geschikt voor de jacht omdat de jager het overstekend wild vanuit het middelpunt op alle paden zag.
Zo'n sterrenbos met een strak patroon van rechte lanen was met name in de 18e eeuw in zwang. Waarom koos van Heek ervoor om zo'n bos in 1919 aan te leggen op deze plek? Was het inderdaad bedoeld voor de jacht? Of is hij op andere landgoederen geïnspireerd geraakt door het ontwerp? We weten het niet.
Het Lonnekermeer is een van de belangrijkste leefgebieden van de gevlekte witsnuitlibel in Nederland. Vooral de randen met rietkragen en wilgenstruweel zijn belangrijk voor deze soort libellen. De larven kunnen er enkele jaren doorbrengen voordat ze uit het water kruipen en uitvliegen.
Het mannetje is donkerrood met een gele vlek op het achterlijf. Het vrouwtje heeft meer gele vlekken. Je vindt de gevlekte witsnuitlibellen van eind april t/m eind juli in verlande delen van meren en plassen, zoals hier.
Naast bijzondere insecten, zien we ook zeldzame planten in het gebied. Op de zonnige oevers van de twee plassen komt de moeraswederik voor. De plant wordt zo'n 30 tot 60 centimeter hoog en is in Overijssel vrij zeldzaam.
Het Lonnekermeer is aangewezen als Natura 2000-gebied vanwege de hoge natuurwaarden van o.a. de plassen, schraalgraslanden en natte heide. Ook komen er bijzondere dieren en insecten voor zoals de witsnuit- en smaragdlibel.
De biodiversiteit (soortenrijkdom) in Europa gaat al jaren achteruit. Natura 2000 is een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden. Doelstelling van Natura 2000 is het verlies aan soorten planten & dieren te stoppen en te herstellen. Zo willen we voorkomen dat de natuur steeds eenvormiger wordt
We zijn erg zuinig op dit waterrijke natuurgebied vanwege de bijzondere dieren en planten die er voorkomen. De afgelopen jaren hebben we veel werk verzet rond het Lonnekermeer. Zo zijn oude naaldhoutbomen vervangen door loofbomen en maakt een deel van de weilanden plaats voor kruidenrijk grasland.
Daarnaast hebben we verschillende heidevelden weer met elkaar verbonden. En dat werkt, want inmiddels is de heide weer volop aan het kiemen en dat is heel goed nieuws voor het heideblauwtje, allerlei libellen, sprinkhanen als het schavertje en het knopsprietje.
Helaas hebben de planten en dieren op Landgoed Lonnekermeer last van de droogte. Daarom neemt Landschap Overijssel maatregelen om water langer vast te houden en de waterkwaliteit te verbeteren. Zo worden o.a. sloten minder diep gemaakt.
Een groot deel van Landgoed Lonnekermeer was vroeger een productiebos en is daarom beplant met naaldbomen. Die groeien snel en dat was rendabel voor de vroegere eigenaren. Maar de natuurwaarde van naaldbossen is in dit gebied minder groot dan die van loofbossen.
Op verschillende plekken vervangen we daarom naaldbos door streekeigen loofbomen, zoals de eik en de linde.
Boeren gebruikten vroeger een 'greppelsysteem' om hooilanden - ook wel hooimaten - te creëren in de beekdalen. In de winter en het vroege voorjaar lieten ze water over de hooilanden stromen om zo voedingsstoffen te laten bezinken. In de zomer droogde het water op, zodat het hooi geoogst kon worden.
Doel van deze hooimaten was het produceren van hooi als veevoer in de winter. Een mooi neveneffect was dat er enorme bloemrijke velden ontstonden!
Door o.a. kanalisering van beken en intensieve bemesting van landbouwgebieden, zijn hooilanden zeldzaam geworden. Daarom worden de drie hooilanden van Landgoed Lonnekermeer extra beschermd.
Een goede waterhuishouding is belangrijk voor het beheer van de twee meren. Om de aanvoer van grondwater te verbeteren, worden in dit gebied sloten gedempt of minder diep gemaakt.
Grondwater, ook wel kwel genoemd, is een waterstroom die vaak kalk meeneemt uit de bodem. Omdat het water uit de grond komt, is het voedselarm en helder. En dat kalkrijke en voedselarme water is weer goed voor verschillende soorten planten.
Vooral in het Kleine Lonnekermeer profiteren de natuurwaarden van het ondiepe, schone water dat uit de grond opborrelt. Hier groeit o.a. het zeldzame gesteelde glaskroos, moerashertshooi en naaldwaterbies.
Vennen zijn laagten met water die in de zomer soms droogvallen. Het water is voedselarm en dat zorgt voor speciale natuurwaarden. In dit gebied komt zogenaamd 'zwakgebufferd ven' voor. Dat is zeldzaam in Europe en verdient bescherming.
Vooral in het kleine Lonnekermeer profiteert de natuur van het ondiepe, schone water dat uit de grond opborrelt. Hier groeit o.a. het zeldzame gesteelde glaskroos, moerashertshooi en naaldwaterbies.
Vanuit de vogelkijkhut kun je hier verschillende soorten vogels waarnemen. O.a. de Witte Kwikstaart, Middelste Bonte Specht en de IJsvogel komen hier graag. Ook zie je hier veel eenden, zoals de krakeend, kuifeend en tafeleend.
Rondom het Lonnekermeer staan verschillende borden met gedichten van de in 2003 overleden Twentse dichter, schrijver en zanger Willem Wilmink, met een mooie poëtische blik op het landschap. Mede mogelijk gemaakt door de Rotaryclub Hengelo.
U was te gast op een terrein van Landschap Overijssel. Hopelijk heeft u kunnen ervaren hoe mooi de natuur hier is. Dat blijft het helaas niet vanzelf. Daar hebben we uw hulp hard bij nodig. Wordt donateur of doneer eenmalig en help het mooie Overijsselse landschap beschermen!
Doneer of wordt donateurRoute gemaakt door Landschap Overijssel.
Maak Overijssel groener en gezonder. Al vanaf €7,50 bescherm jij één vierkante meter natuur.
Help mee!