Dieren

Grauwe vliegenvanger

Grauwe vligenvanger
Grauwe vligenvanger  Foto Jacob van der Weele
N 52° 29.556' E 006° 12.077'

De grauwe vliegenvanger is een beschermde inheemse vogelsoort. De kleine, onopvallende zangvogel komt weliswaar in veel verschillende gebieden voor, maar is nergens bijzonder talrijk. Sinds 1990 is het aantal met meer dan 5% per jaar afgenomen. Gelukkig is de soort de laatste 10 jaar weer stabiel.

Herkenning

De grauwe vliegenvanger is een onopvallend vogeltje met een grijsbruine kleur. Het geluid van deze vogel verraadt zijn aanwezigheid. De roep is een regelmatig 'twiek-tik' (het tik klinkt heel kort en droog). Kenmerkend voor de grauwe vliegenvanger is het opvallend heen en weer vliegen van en naar zijn uitkijkpost.

Leefgebied

De grauwe vliegenvanger leeft vooral in open loofbossen, gemengde bossen en bosranden met struwelen en parkachtige gebieden. Ze komen voor in de omgeving van vrijstaande gebouwen met daaromheen een parkachtige tuinaanleg of bij boerderijen met natuurlijk ingerichte erven. Vanaf één of meerdere vaste uitkijkposten maken ze korte, snelle vluchten achter de insecten aan. De insecten worden vaak in de lucht gevangen of van bladeren afgepikt. Grauwe vliegenvangers maken daarbij geen gebruik van een verstopplaats, maar zitten heel stil tot een geschikte maaltijd voorbij komt. Jonge grauwe vliegenvangers zitten graag te wachten om gevoerd te worden op bijvoorbeeld bomen en struiken, dode takken of een dode boom in een bosrand.

Van april tot augustus in Europa

Je vindt de Grauwe vliegenvanger tot augustus in Europa, daarna vertrekt hij naar Afrika voorbij de Sahara, en overwintert langs de rand van westelijk Afrika en verder zuidelijk. Rond eind april zijn we weer terug in Europa.

Grauwe vliegenvanger
Grauwe vliegenvanger  Foto Mark Zekhuis
Grauwe vliegenvanger
Grauwe vliegenvanger  Foto Mark Zekhuis
Grauwe vligenvanger
Grauwe vligenvanger  Foto Jacob van der Weele

Zelf iets doen voor de grauwe vliegenvanger?

  • Laat ruigte staan of creëer ruigte door verschillende stukken grasland op verschillende tijdstippen te maaien;
  • Creëer windluwe plekken, dit werkt als beschutting en trekt insecten. Ook beesten op een erf trekken insecten aan;
  • Creëer gevarieerde begroeiing in de tuin met planten (vlinderstruik) en bloemen (addertong, guldenroede, bloeiende morstuinplanten) en locaties met mest - dit alles trekt insecten aan;
  • Zorg voor dichte begroeiing waar de vliegenvanger nesten ,met uitzicht kan maken (bijvoorbeeld klimop). Of hang een speciale nestkast op. Ook schoorsteenpijpen met een balkonachtige bovenkant worden als nestplek gebruikt. Zorg voor een vrije aanvliegroute.
Elke vierkante meter telt!

Help jij mee om ons landschap te beschermen? Alleen samen kunnen we het verschil maken.

Steun ons