Wegen en woonwijken zijn dwars door leefgebieden van dieren aangelegd. Hierdoor zijn deze leefgebieden versnipperd en geïsoleerd van elkaar geraakt. Dieren kunnen hun soortgenoten niet meer bereiken. Als ze niet kunnen migreren, wordt hun leefoppervlakte te klein. Door inteelt neemt de genetische variatie af en verzwakt de soort.