Landschap Overijssel wil dat er snel duidelijkheid komt over de manier waarop dit kabinet denkt de doelen op het gebied van natuur, klimaat, stikstof en waterkwaliteit te realiseren. Het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) biedt een integrale aanpak voor grote uitdagingen waar we voor staan en biedt kansen voor duurzame ruimtelijke ontwikkelingen in het landschap. Stoppen met dit programma maakt een integrale aanpak lastig. Landschap Overijssel vreest voor de gevolgen.
Integrale aanpak
Met een gebiedsgerichte aanpak kan je maatregelen voor natuur, klimaat, bodem en water slim combineren. Een aanpak die dringend nodig is, want niet alleen natuur maar ook ons welzijn en de economie zijn gebaat bij een gezondere bodem, frissere lucht, een schoner water en meer biodiversiteit. Natuur herstelt, landbouw krijgt perspectief en er ontstaat meer ruimte voor het verlenen van vergunningen voor bijvoorbeeld de woningbouw. Het stoppen met het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) maakt de uitvoering een stuk lastiger. Zorgwekkend voor de kwaliteit van de natuur, afname biodiversiteit en toename van onzekerheid bij boeren.
Terugloop weidevogelstand
Juist in het landelijk gebied is in de afgelopen decennia de biodiversiteit enorm teruggelopen. Schaalvergroting in de landbouw en de aanleg van infrastructuur hebben ervoor gezorgd dat houtwallen zijn verdwenen. Ook leefgebieden van belangrijke diersoorten zijn versnipperd geraakt. Al vroeg in het voorjaar wordt het water van de weilanden afgevoerd en het gras gemaaid: desastreus voor de weidevogelstand. Voor de meeste soorten geldt een afname van 50-80%. Maar ook insecten hebben het zwaar, zoals vele bijen- en vlindersoorten.
Biodiversiteitswinst
“Het is daarom positief dat het kabinet meer wil besteden aan het agrarisch natuurbeheer. Dan moet in die regelingen de biodiversiteitswinst van dat beheer voorop staan. Zo kunnen we het tij keren. Bij een gezonde biodiversiteit is iedereen gebaat, ook als je beroepsmatig van de natuur afhankelijk bent,” benoemt Michael Sijbom van Landschap Overijssel.
Slimme combinatie
"We waren echt op de goede weg," vervolgt Sijbom. "De gebiedsgerichte aanpak maakte het mogelijk om maatregelen voor natuur, klimaat, bodem en water slim te combineren. Een combinatie waarbij de natuur herstelt, landbouw weer perspectief wordt geboden en meer ruimte ontstaat voor het verlenen van vergunningen voor bijvoorbeeld de woningbouw. Het stopzetten van het programma NPLG maakt de uitvoering van deze complexe en samenhangende opgaven een stuk lastiger. Hierdoor blijft niet alleen de kwaliteit van de natuur zorgwekkend maar ook de onzekerheid voor boeren blijft aanhouden."
Succes
De afgelopen jaren heeft de Provincie Overijssel, in samenwerking met vele partners in het landelijk gebied waaronder Landschap Overijssel, intensief gewerkt aan deze gebiedsplannen. "Met energie en succes," benoemt Sijbom. “Het is dan ook niet verwonderlijk dat alle provincies recent de Tweede Kamer nog hebben opgeroepen het NPLG in een of andere vorm vooral wèl door te zetten.”
“We moeten samen met alle partijen in het landelijke gebied van Overijssel kijken wat er wel mogelijk is. Die verplichting hebben we niet alleen voor onszelf, maar ook voor toekomstige generaties.”
Toekomstige generaties
Het kabinet geeft aan vast te willen houden aan de bestaande afspraken en doelen rond de waterkwaliteit en de bescherming van de natuur. De realisatie daarvan is juist gebaat bij intensieve samenwerking in het landelijk gebied.
Vrees voor gevolgen
Landschap Overijssel vindt het van groot belang dat er snel duidelijkheid komt over hoe dit kabinet denkt de doelen op het gebied van natuur, klimaat, stikstof en waterkwaliteit te realiseren. En vooral hoe dit mogelijk is zonder de noodzakelijke financiële middelen. De directeur spreekt zijn vrees uit voor de gevolgen.
"Het risico bestaat dat noodzakelijke maatregelen vooruitgeschoven worden, waardoor oplossingen complexer, duurder én uiteindelijk tot meer schade gaan leiden. Desalniettemin hoop ik dat we gezamenlijk met alle partijen in het landelijke gebied van Overijssel kunnen kijken wat er wel mogelijk is. Die verplichting hebben we niet alleen voor onszelf, maar ook voor toekomstige generaties."