Dieren

Adder

adder
adder  Foto Mark Zekhuis
N 52° 29.556' E 006° 12.077'

De adder is de enige giftige slang die in het wild leeft in Nederland. Hij is te herkennen aan de zigzagstreep over de rug. De kans op een ontmoeting met de adder is echter heel klein. De slang komt nog maar in een paar gebieden voor en is erg snel en schuw. Op deze pagina lees je waar de adder voorkomt, hoe je hem herkent en wat je zelf kunt doen voor deze soort.

Kenmerken van de adder

Het meest zichtbare kenmerk van de adder is de zigzagstreep op de rug. Mannetjes hebben een grijze of bruine kleur en een zwarte zigzagstreep over hun rug. Vrouwtjes zijn te herkennen door hun lichtbruine lichaam met een donkerbruine zigzagstreep over de rug. Ze worden rond de 60 cm lang en zien er wat fors uit. De kop heeft een driehoekige vorm en de pupillen staan verticaal in het oog.

Waar leeft de adder?

In Overijssel komt de adder voor in hoogveengebieden, op zandige gronden en aangrenzende heideterreinen. Het is een kwetsbare soort die meestal een verborgen leven leidt. In het voorjaar, als de zon schijnt, worden de eerste adders waargenomen. Dan ontwaken de mannetjes uit hun winterslaap en zoeken ze de warmte van de ochtendzon op. Als koudbloedige heeft de adder de zon nodig om zich voort te bewegen. Bij het ontwaken uit hun winterslaap zijn ze nog wat traag en daardoor kwetsbaar: ze warmen onder andere op door op het asfalt te liggen of naast wandelpaden te zonnen. Kom je de adder tegen? Laat hem dan vooral met rust.

Haardennen, Reestdal, Nico Kloek

Adders overwinteren op een beschutte en vorstvrije plek. Denk aan holen van andere dieren of tussen boomwortels. In het voorjaar komen de mannetjes als eerste uit hun winterslaap om zich op te laden (warmen) in de zon. Het zijn koudbloedige dieren en dus afhankelijk van de omgevingstemperatuur of de zon om zich op te warmen. Een aantal weken later volgen de vrouwtjes. Na het opladen gaan de mannetjes op zoek naar vrouwtjes om zich voor te planten.

In de zomer zijn adders het meest actief. De kans op een ontmoeting is het grootst in het voorjaar op een zonnige ochtend, dan zijn ze nog niet zo snel. Je vindt ze op kale plekjes in het zand, op de heide of langs/op fiets- en wandelpaden waar ze het meest profiteren van de zon. Na het paarseizoen gaan de adders op jacht om reserves op te bouwen voor de winter.

Elke vierkante meter telt!

Help jij mee om ons landschap te beschermen? Alleen samen kunnen we het verschil maken.

Steun ons