Natuurgebied Aamsveen behoort tot de weinige overgebleven hoogveengebieden in West-Europa. Natuurliefhebbers genieten van de uitgestrektheid, rust en van de grote natuurwaarde van het Aamsveen. Een bezoek aan het gebied met zijn levend hoogveen is een unieke natuurbeleving die je niet snel zult vergeten.
Dikke, zompige veenmostapijten
Het Aamsveen is gevormd vanaf circa 5.000 jaar v.Chr. Vlak na de ijstijden waren grote delen van Oost-Nederland bedekt met hoogveen; trilveen van dikke, zompige veenmostapijten zo ver het oog reikte. Ruig en nauwelijks toegankelijk. Veel van deze veengebieden zijn ontgonnen om plaats te maken voor landbouw. Het Aamsveen is gelukkig bewaard gebleven.
Unieke natuurwaarden
Het gebied is uniek vanwege de vrijwel ongeschonden overgang - oftewel laggzone - tussen het hoogveen en het dal van de Glanerbeek. Het Aamsveen is zo bijzonder, dat het is aangewezen als beschermd Natura 2000-gebied. Het gebied ligt ten zuidoosten van Enschede en vormt landschappelijk en ecologisch gezien één geheel met het Duitse ‘Natura 2000-Gebiet Amtsvenn-Hündfelder Moor’. Naast hoogveen vind je er ook natte broekbossen, heidevelden, veenputten en schraalgrasland. Deze afwisseling maakt het Aamsveen aantrekkelijk voor mens, plant en dier, waaronder het heideblauwtje en de welriekende nachtorchis.



Hoogveenlandschap
Vroeger bestond bijna de helft van Nederland uit hoogveen. Door ontginning en verdroging is hier nog maar een fractie van over. Op het eerste gezicht verwacht je het misschien niet, maar een hoogveenlandschap is een afwisselend landschap. Het vormt een leefomgeving voor specifieke plant- en diersoorten die de zure en natte omstandigheden nodig hebben. Denk aan lavendelhei, ronde zonnedauw, hoogveenglanslibel, heikikker en de gladde slang. Omdat het gebied nat en ontoegankelijk is, kunnen grondbroeders, zoals de kraanvogel en watersnip, er hun nesten uitbroeden.